Noodmunten van Woerden
Tijdens de 80 Jarige Oorlog (1568–1648) is de stad Woerden van
8 september 1575 tot 10 september 1576 belegerd geweest door de Spaanse
troepen.
Zoals in zo veel belegerde steden ontstond er in Woerden een geldtekort.
De
Staten van Holland ondersteunden de belegerde stad, maar voelden er weinig
voor om in de actuele oorlogssituatie munten naar de stad te zenden.
Van
buitenaf aangevoerde levensmiddelen konden met wissels worden betaald, die
bij de Staten van Holland werden verzilverd.
Zij adviseerden de stad om
noodmunten te laten maken, waarbij de Staten zich garant stelden.
Ongetwijfeld werd een deel van het noodgeld gebruikt om de soldaten op de
stadswallen mee te betalen.
De noodmunten voor Woerden zijn aangemaakt in twee emissies.
De eerste emissie vond plaats tussen 15 september en 19 oktober 1575.
Er zijn de volgende waarden aangemaakt:
40 stuivers, 20 stuivers, 10
stuivers, 5 stuivers, 1 stuiver en
½
stuiver
De tweede emissie was in augustus 1576, waarbij de volgende waarden zijn
aangemaakt:
5 stuivers, 1 stuiver,
½
stuiver en
¼ stuiver (oortje)
De originele stukken bestaan voor het grootste deel uit lood, vervolgens tin
en daarnaast nog wat rest metalen.
Er zijn naast de originele noodmunten veel herinneringsstukken aangemaakt in
verschillende metaal soorten met soms een tekst op de keerzijde.
Deze herinneringsstukken zijn in sommige gevallen moeilijk te onderscheiden
van de originele stukken. Gehalte onderzoek kan uitsluitsel geven.
Deze stukken krijgen in de literatuur verschillende benamingen zoals,
imitatie of 'vals'.
Eerste emissie |
||
40 stuivers |
||
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste
waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. |
||
herinneringspenningen / imitaties / namaak / 'vervalsingen' |
||
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS*1575* Keerzijde: blanco Diameter: 36 x 37 mm Materiaal: lood/tin Massa: 47,6 gram (piedfort?) Collectie: Fries Museum N12070 Literatuur: Van Gelder 71b |
||
|
Binnen een parelrand stadswapen tussen waarde 4 – 0, daarboven afgekort jaartal 75. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Keerzijde: blanco Materiaal: lood/tin en koper Massa: 26,93 gram Veiling: Schulman veiling 16 lot #294 tin Veiling: Schulman veiling 234 (7-9 november 1960) lot #223 tin (???? waar komt dit gegeven vandaan) Literatuur: Van Gelder 71c, Mailliet 125.1 Opmerking: deze stukken zijn direct na het beleg, vermoedelijk al in 1576 ter herdenking geslagen. Verg. vG80a |
|
|
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde: blanco Diameter: .. x .. mm Materiaal: lood/tin Massa: ? Collectie: Rijksmuseum Amsterdam NG-VG-4-99 (bron email RMA) Literatuur: Van Gelder 71c |
|
|
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde: blanco Materiaal: lood/tin Collectie: KBR Brussel 2F42 / 1 |
|
|
ANNO |
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste
waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 10 regels: ANNO - 1576 DEN - 24 AUGUSTUS - OP BARTHOLOMEUS - DAGH IS DE - STAD WOERDEN - ONTSET GEWORDEN - DOOR DES - HEREN - KRAGT Diameter: 37 x 37 mm Materiaal: tin Massa: 30,68 gram Veiling: Schulman veiling 27 , april 2002, lot #272 uit veiling 8 #315 Literatuur: Van Gelder 71c/d, Mailliet 125.1/2, van Loon I 218/215.1 Opmerking: deze stukken zijn direct na het beleg, vermoedelijk al in 1576 ter herdenking geslagen. Verg. vG80a. Dit exemplaar uit veiling 8 #315 → Collectie Jhr. M.W. Snoeck |
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 10 regels: ANNO - 1576 DEN - 24 AUGUSTUS - OP BARTHOLOMEUS - DAGH IS DE - STAD WOERDEN - ONTSET GEWORDEN - DOOR DES - HEREN - KRAGT Diameter: 37 x 37 mm Materiaal: zilver Massa: 31,8 Collectie: 1925 firma Schulman. Catalogus Joh. W. Stephanik 7017 (lood). Collectie: 1955 catalogus Schulman 4-10-1934 lot #944 (zilver) Literatuur: Polak 1925, nr. 1, Mailliet pl 125.2, Brause I. pl. 26.1, Van Loon I pagina 218.1, Van Gelder 71d |
||
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 10 regels: ANNO - 1576 DEN - 24 AUGUSTUS - OP BARTHOLOMEUS - DAGH IS DE - STAD WOERDEN - ONTSET GEWORDEN - DOOR DES - HEREN - KRAGT Diameter: 37 x 37 mm Materiaal: zilver Massa: 31,8 Collectie: Rijksmuseum Amsterdam NG-VG-4-99A (bron email RMA) Literatuur: Literatuur: Polak 1925, nr. 1, Van Gelder 71c |
||
|
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 10 regels: ANNO - 1576 DEN - 24 AUGUSTUS - OP BARTHOLOMEUS - DAGH IS DE - STAD WOERDEN - ONTSET GEWORDEN - DOOR DES - HEREN - KRAGT Diameter: 37 x 37 mm Materiaal: koper Massa: ? Collectie: Rijksmuseum Amsterdam NG-VG-4-99A (bron email RMA) Literatuur: Van Gelder 71c |
|
|
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 10 regels: ANNO - 1576 DEN - 24 AUGUSTUS - OP BARTHOLOMEUS - DAGH IS DE - STAD WOERDEN - ONTSET GEWORDEN - DOOR DES - HEREN - KRAGT Diameter: 37 x 37 mm Materiaal: koper Massa: 21,92 gram Veiling: Jean Elsen & ses Fils s.a. veiling 149 lot 1935 Literatuur: van Gelder 71c; CNM 2.47.8. |
|
|
Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen van Woerden; gesplitste
waardeaanduiding 4 – 0 ter weerszijden. Omschrift: *PRO*ARIS*ET*FOCIS* Boven het wapenschild 75 Keerzijde op 5 regels: ALST GODT - BEHACHT - BETER BENYT - DAN BEKLACT - 1604 Collectie: KBR Brussel 2F42 / 7 |
|
Veiling: J. Schulman 23-11-1936 50,07 gram. Ref.: J.Schulman 250,114 lood (50,067 gram) = veiling 23.11.1936,776 |
||
|
|
|
20 stuiver tin 2.47.2
|
||
Rechthoekige plaat. Vz: Ronde instempeling waarbinnen het stadswapen; gesplitste waardeaanduiding Z – 0 ter weerszijden. kruis PRO*ARIS*ET*FOCIS verkort jaartal Kz: Blanco. Lit.: Polak 1925, nr. 4, Van Gelder 1955, nr. 72a, Numismatica Genevensis te Geneve, veiling 7 (nov. 2012), nr. 505.
|
||
|
Heritage World Coin Auctions, Dallas
Signature
Sale 3088 5-6 Nov 2020. Woerden. City tin Uniface Siege Klippe 20 Stuivers 1575 AU58 NGC, Vanhoudt-481 var. (design), PW-Wo02 var. (same), CNM-2.47.9. 20.39gm. Remarkably well-preserved for the often corroded nature of this tin emergency coinage, the stamp itself cut in incredibly fine style and well-centered on the flan. Perhaps of even finer quality than the example plated by van der Wis and Passon, and certainly among the nicest to have come to auction. The Spanish siege of Woerden under Gilles van Berlaymont lasted a little less than a year between 1575 and 1576, before the army was called to deal with a mutiny in Flanders. Though the Dutch did not long hold the city, the siege was also host to the legendary Wonder van Woerden, when pike from the local river reportedly offered themselves up to the citizens for sustenance. |
|
|
Voorzijde: stadswapen
Enkhuizen Keerzijde: 162. / I Afmeting: 19 x 24 mm Massa: 11,96 gram Collectie: EnkhD Vindplaats: Enkhuizen 'de Baan'. |
Referenties:
- Polak, Ernst (1925) De Woerdense Noodmunten 1575-1576, in : Jaarboek voor
Munt- en Penningkunde 12, 1-25
- Pelsdonk, Jan (2021) Doorgelichte numismatiek (4) 1575-1576: een periode van
tin in: De Beeldenaar 45-6, 342
- Teylers Museum Haarlem
- P. Mailliet, Catalogue descriptif des Monnaies obsidionales et de nécessité.
Bruxelles 1870-73. 2 dln en 2 atlassen
- A. Brause, Feld-, Noth- und Belagerungsmünzen. Berlin 1896-1903. mit Tafeln.
- G. van Loon, Beschrijving der Nederlandsche Historie-penningen. 's Gravenhage
1723-1731. 4 dln. met afb.
- J. de Vries en J.C. de Jonge, Nederlandsche Gedenkpenningen verklaard. 's
Gravenhage 1829 - 1839. 2 dln. met platen.
- H. Enno van Gelder, De Nederlandse noodmunten van de Tachtigjarige Oorlog
- Jan van der Wis en Tom Passon, Catalogus Van De Nederlandse Munten
- D. Purmer, J.B. Westerhof, Handboek van de Nederlandse Provinciale Muntslag
1573 - 1806 deel 1
Het verbaast mij dat de twee hiervoor genoemde gildepenningen zo’n hoog nummer
hebben.
Uit de archieven blijkt dat er in Woerden steeds maar een klein kleermakersgilde
is geweest, waarschijnlijk ontstaan rond 1600. Het aantal van 50 penningen lijkt
dan toch opmerkelijk.
In 1764 wordt het gilde gecombineerd met een begrafenisbus voor kleermakers.
Er zijn dan 10 leden.
Bij de opheffing van de gilden in 1798 zijn er 16 leden en wordt de bus
omgevormd tot een zogenaamd „contract van begraave".
Dit wordt in 1835 opgeheven. Er zijn dan nog maar 7 leden.
Een conclusie zou kunnen zijn dat het kleermakersgilde in Woerden in de 17de eeuw
beduidend groter is geweest dan in de 18de eeuw. In 1629 had Woerden ruim 4000
inwoners en in 1732 waren dit er 3000. Dit zou dus in het gunstigste geval tot
een dubbel aantal kleermakers kunnen leiden dan de 10 leden uit 1764. Maar een
feit blijft dat het aantal Woerdense kleermakers in de 17e eeuw, in de bloeitijd
van het gilde, de 20 niet ver zal hebben overtroffen.
Vanwaar dan die ruim vijftig penningen?
Er zijn een aantal hypothesen mogelijk:
a. in 1648 was er een combinatie tussen de kleermakers en de lakenbereiders. Dit zorgde voor een groot aantal leden.
b. In de 17e eeuwse administratie viel Bodegraven onder
Woerden. Zo is er een grote uitbreiding van het gilde ontstaan. Bij gebrek aan
gegevens over het 17e eeuwse Bodegraven is hier helaas niet veel over te zeggen.
c. De penningen werden doorgenummerd en de hogere nummers werden nooit
gebruikt of de oude penningen werden bij uittrede uit het gilde niet ingenomen. Dit laatste
druist echter in tegen het systeem van genummerde penningen want dan kon men er eenvoudiger
de naam op graveren. De gehele redenering is echter onwaarschijnlijk omdat er bij een
twintigtal leden weinig reden voor aanmaak van penningen geweest moet zijn. Bij een ledental
van 20 à 30 kon men ook zonder penningen wel zien wie er bij bepaalde gelegenheden
ontbraken.
d. een andere hypothese is dat de twee bewaarde penningen niets met de
Woerdense kleermakers te maken hebben. Van de stad Woerden zullen ze wel zijn, gezien
het stadswapen, en het is een open vraag op welke andere groepering in de stad
ze dan betrekking zouden kunnen hebben.
e.
Als laatste, de meest waarschijnlijke / werkelijke verklaring welke is te vinden
in de dissertatie van Chris Teulings.
Men heeft bij de invoering van de penning
een verzekerinsgbus gemaakt (waarvoor de penning diende) en toen konden ook
niet-ambachtsleden lid worden.
Aanvankelijk enkel gerelateerde personen maar naderhand zelfs daar buiten. Er is
sprake van ruim drie generaties.
Drie generaties van circa tien leden, waarvan
ook nog eens de vrouwen, huishoudsters en niet-kleermakers ingeschreven zijn in
het register, leveren al gauw vijftig tot zeventig namen op, die zeer
waarschijnlijk doorlopend genummerd in het ledenbestand zijn ingeschreven.
Deze penningen zijn een mooi voorbeeld van een diachrone nummering.
Bij een diachrone nummering werden de nummers van oud leden in de
ledenadministratie niet meer toegekend aan nieuwe leden, maar werden nieuwe,
hogere nummers uitgegeven.
Hierboven heb ik al geschreven ‘Er waren van Woerden, buiten de kleermakersgildepenning, geen andere gildepenningen bekend.’
Echter, in de collectie van het Woerdens Museum heb ik een
penning gevonden van de onderlinge verzekeringsbus van de schippers van Woerden
uit 1792.
Volgens de deskundige Chris Teulings is dit heel bijzonder en mogen we de
penning eigenlijk wel onder de gildepenningen rekenen (als we de
kleermakerspenning van Woerden daar ook onder rekenen,
want ook die is eigenlijk
een penning van een onderlinge verzekeringsbus).
In het archief kwam ik nog een mooie passage tegen over de rechtspraak binnen de
gilden.
Binnen het schippersgilde was het mogelijk dat, als een boete niet
binnen 24 uur voldaan was,
de bode en de stadsbode het roer van het schip namen om te voorkomen dat het uit
zou varen.
Een andere
dwangmaatregel, bij het niet betalen van belasting, was het verwijderen van de
voordeur. Deze werd meegenomen en opgeslagen op het stadhuis totdat de achterstallige
betaling was voldaan.
Een schitterende vondst van de toenmalige bestuurders.
In sommige gevallen zou deze maatregel ook nu wel eens toegepast mogen worden….