![]() |
By
Hun Ed. Groot Mog. Is, in dato den 3 December 1790,
gearrefteerd en, van wegens Hoogstdezelve, verzonden, de
navolgende
P U B L C A T I E :
DE STATEN VAN HOLLAND EN WEST-FRIESLAND,
Alle de genen die deze zullen zien of hooren lezen, falut,
doen te weten: Alzoo Ons door den Ontfanger-Generaal der
Vuurgelden benoorden de Maze is gereprefenteerd, dat tot
goedmaking der onkosten van de Binnenvuren eenige voor-
ziening word vereischt en by Ons in confideratie genomen zynde,
dat de kas van de Binnen Vuurgelden eenig foulaas nodig
heeft en dat ingevolge van Onze Refolutie van den 13 No-
vember 1699, op fpeciaal verzoek der Groot-Schippers, Schip-
pers der Jachten van Admiraliteiten en andere Collegien van
de Oost- en West-Indifche Compagnien van de refpectieve
Veer- en andere Schippers de Zuider-Zee bevarende en van
de Lootzen van de Steden en der Eilanden aan de Noord-Zee,
onder aanbod van daartoe de noodige Penningen te zullen
fourneren, de drie Binnenvuren of Lichten op het Eiland
Marken, den Gelderfchen Hoek en de Hoek van het Y, zyn
opgericht en ook, vermits er van tyd tot tyd differenten zyn
ontftaan, over het verftand van de begrooting en bepaling der
Lasten by heffing der Binnen-Vuurgelden.
ZOO IS 'T, dat Wij, tot noodig fapport van de voorz.
Kas der Binnen-Vuurgelden, hebben goedgevonden te flatuëren
zoo als Wy flatuëren by dezen, dat de Eigenaars of Schippers
van alle Schepen, Jachten en Vaartuigen, onder wat bena-
ming dezelve ook zouden mogen voorkomen, de Zuider-Zee
bevarende en van de Lichten kunnende profiteren, by aldien
dezelve niet kunnen aantonen, binnen het loopende Jaar,
buiten gevaren en aan het Buiten-Vuurgeld gecontribueerd te
hebben, gehouden zullen zyn, alle hunne Vaartuigen twaalf
Lasten, à 3600 Ponden yder Last daarenboven groot zyn,
met den aanvang van 1 january, van yder Jaar, ter
plaatfe daar zy zich bevinden indien daar Vuurloden worden
uitgegeven en anders ter plaatte daar zy zullen aankomen en
Vuurloden te bekomen zyn, by de Ontfagers der Binnen-
Vuurgelden een groot Vuurlood zullen moeten halen, met op-
gave hunner naam, grootte en foort van Vaartuigen, waarvoor
by provifie, 's Jaarlijks betaald zal moeten worden ƒ4:10:- en
van alle Vaartuigen onder de twaalf Lasten, yder Last groot
als voren, ƒ2:5:-, egter met dezen verftande, dat de Wa-
ter-Scheepslieden van Pampus als mede de Loots- of Vis-
fchersfchuiten en die zich met Visvaren geneeren, zullen
kunnen volftaan, wanneer hunne Vaartuigen twaalf Last en
daarboven a 3600 Ponden groot zyn, met voor een groot
Lood te blyven fourneren twee-en-dertig ftuivers en ouder de
voorkoming van fraudes , eenig kenbaar teeken zal moeten
worden gemaakt, op een boete van vyf-en-twintig Guldens voor
yder reis, telkens te verbeuren, by die geene dewelke deze
Publicatie zal komen te contraveniëen des niettemin verpligt
zijn het verfchuldigde Vuurgeld te voldoen ; de boetens te
appliceeren, een derde voor den Schout, die de calange zal
doen, een derde voor den Aanbrenger en een derde voor de
Diaconie-Armen, ter plaatfe daar de calange gefchied : met
uitzondering nogtans van alle opene Schuiten die ’s nagts van
de Lichten geen gebruik maken, of andere Vaartuigen, die
het Pampus en de Zuider-Zee niet bevaren en dus van de
Vuren mede geen gebruik maken, noch binnen het loopende
Jaar zullen maken, mits de laatstgenoemde zich egter by de
Ontfangers als zoodanig aangevende.
En dat by bekoming van een nieuw Lood, het verjaarde
Lood aan de Ontfangers, in plaatfe van het nieuwe zal moe-
ten worden gereftitueerd, op verbeurte van dubbel recht,
blyvende voorts alle Refolutien, op het ftuk der Vuurgelden,
voor zoo verre dezelve by deze niet worden gealterneerd van
volkomen kragt en waarde en gehouden als in dezen geïnfereerd.
Rotterdamse Courant 18-12-1790
![]() |